In de Wmo 2015 is gratis onafhankelijke cliëntondersteuning over alle leefdomeinen heen wettelijk verankerd. Gemeenten beschikken sindsdien over de (voorheen via het Rijk verstrekte) middelen om cliëntondersteuning in te kopen en in te richten aansluitend bij hun lokaal beleid.
Onafhankelijke cliëntondersteuning is ook in de Wlz verankerd. Vanaf het moment dat mensen een Wlz-indicatie hebben verkregen, ontstaat recht op een onafhankelijke Wlz-cliëntondersteuner.
Er is een gevarieerd aanbod van onafhankelijke cliëntondersteuning tot stand gekomen bij gemeenten en zorgkantoren. Maar in de praktijk weten mensen die dit nodig hebben het aanbod nog niet altijd goed te vinden en is er nog een aantal knelpunten gesignaleerd. Dit zijn onder andere:
- bekendheid met het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning
- herkenbaarheid van de functie in relatie tot variëteit in cliëntondersteuning
- continuïteit bij overgang van Wmo/Jeugdwet naar Wlz
- de kwaliteit van de onafhankelijke cliëntondersteuning
Voor de verbeteringen op het gebied van cliëntondersteuning is door de VNG, in samenwerking met Ieder(in) en de Koepel Adviesraden Sociaal Domein, met financiering van het ministerie van VWS het project koplopers gestart. Movisie ondersteunt het project. In oktober 2017 is dit project van start gegaan. Ieder jaar zijn er 14 gemeenten die ambassadeur zijn en laten zien hoe cliëntondersteuning kan worden ingericht en kan worden aangeboden. De koplopergemeenten delen hun kennis met alle gemeenten.
Het rapport van het eerste jaar koplopers is hier te vinden.
Op 9 mei 2019 heeft VWS bekend gemaakt dat ook voor het komende jaar weer 8 miljoen beschikbaar wordt gesteld om dit project met 14 nieuwe gemeenten voort te zetten.
Deze gemeenten gaan met de extra middelen aan de slag om meer inzicht te krijgen in de behoefte naar en de toegang tot cliëntondersteuning. Ook kan de bekendheid met en vindbaarheid van cliëntondersteuning worden verbeterd, evenals deskundigheid en kwaliteit. In het bijzonder worden specifieke groepen beter bijgestaan, zoals dak- en thuislozen, mensen met een (licht) verstandelijke beperking en ouderen met een klein netwerk.
De 28 deelnemers aan het project zijn: Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Breda, Den Haag, Deurne, De Wolden, Dordrecht, Heeze-Leende, Helmond, Maastricht, Meppel, Midden-Groningen, Meppel, Ommen, Oosterschelderegio, Putten, Regio Twente, Roosendaal, Stichtse Vecht, Teylingen, Tilburg, Veldhoven, Voorst, Woerden en Zaanstad.
Afbeelding van Niek Verlaan via Pixabay
Recente reacties