Onderzoeker Marion Herben, die zelf een achtergrond in de jeugdhulp heeft, verdedigt eind september haar promotieonderzoek naar effectieve interventies in de jeugdhulp. Aan de Universiteit voor Humanistiek schreef ze haar proefschrift ‘Effectief Verbinden’, waarvoor ze tweeduizend jongeren en gezinnen onder de loep nam.
Herben onderzocht twee preventieve interventies – ‘Nieuwe Perspectieven’ en ‘ReSet’ – die zich kenmerken door onvoorwaardelijke betrokkenheid van de hulverlener, laagdrempeligheid en een ‘snelle start’. Deze aanpakken vragen veel toewijding van de jeugdprofessional en beginnen zonder verwachtingen ten aanzien van de motivatie, het ‘doenvermogen’ en de zelfredzaamheid van jongeren en ouders.
Effectieve jeugdhulp staat of valt bij de toewijding van jeugdprofessionals. Maar door starre regelgeving vanuit gemeenten verliezen die hun enthousiasme voor het vak. ‘Vertrouw op de professionals’, adviseert promovenda Marion Herben.
‘Uit het onderzoek blijkt: effectieve hulpverleners die sluiten aan, die houden vol. Het succes zit ‘m erin dat je jongeren en ouders aan je weet te binden.
Een andere bevinding is: de basiszaken moeten op orde zijn. Op het moment dat je in Nederland geen inschrijfadres hebt, dan besta je feitelijk niet. Dan vervallen alle voorzieningen, en dan zie je dat er een probleem ontstaat. Je ziet in alle analyses die ik heb gemaakt, dat die basis er steeds doorheen fietst. Als die niet op orde gemaakt wordt, kom je niet tot betere resultaten.
Dus met die basiszaken moet je vaart maken. Maar voor andere zaken moet je juist geduld hebben. Daar wordt het lastig. Bij jongeren die dakloos zijn en psychische problemen hebben, bijvoorbeeld – die groep is echt heel kwetsbaar, als je daar niet tijdig ingrijpt, krijg je allerlei incidenten met verwarde personen op latere leeftijd – daar zit een discrepantie. Want als het gaat om de dakloosheid, hebben jongeren behoefte aan vaart: snel de basiszaken op orde. Terwijl, voor de psychische problemen hebben ze juist behoefte aan gehoord worden en erkend worden, zonder teveel druk.’
De bureaucratie bij gemeenten staat soms de resultaten die jongeren willen behalen in de weg. Er worden van tevoren al bepaalde prestatie-indicatoren vastgesteld, nog voordat er überhaupt een jongere heeft bedacht: dit zijn mijn wensen en mijn doelen. Gemeenten bedenken doelgroepen, en daar hangen geldstromen aan: met dít geld willen we dát bereiken. Maar een persoon past niet altijd in die doelgroep, want die kan bijvoorbeeld én nieuwkomer of statushouder, én een jonge ouder, én voortijdig schoolverlater zijn.
Lees hier het artikel ‘regels belemmeren de idealistische Jeugdprofessional’
Recente reacties